Vertaling van finestra
Voorbeelden in zinsverband
Finestra o corridoio?
Raamplaats of gangplaats?
Guardò fuori dalla finestra.
Hij keek uit het raam.
Lei apre la finestra.
Zij doet het raam open.
Posso aprire la finestra?
Mag ik het raam opendoen?
Ti dispiace aprire la finestra?
Kunt u het venster openen?
Hai lasciato la finestra aperta?
Hebt ge het venster opengelaten?
Mi disse di lasciare la finestra aperta.
Hij heeft me verteld om het raam open te houden.
Le dispiace se apro la finestra?
Vind je het erg als ik het raam even opendoe?
Lei mi disse di aprire la finestra.
Zij heeft me gezegd het raam open te doen.
Pensi sia lui il tizio che ha rotto la finestra?
Denk je dat hij de vent is die het raam heeft gebroken?
La conosci la ragazza che sta alla finestra?
Ken je het meisje dat aan het raam staat?
Questa è la finestra che è stata rotta dal ragazzo.
Dit is het raam dat kapot gemaakt werd door de jongen.
Ho chiesto a Tom di aprire la finestra.
Ik vroeg Tom het raam te openen.