Vertaling van fratello
Voorbeelden in zinsverband
Mio fratello mi ucciderà.
Mijn broer zal me vermoorden.
Mio fratello è professore.
Mijn broer is leraar.
È mio fratello.
Hij is mijn broer.
È di mio fratello.
Het is van mijn broer.
Questo è mio fratello.
Dit is mijn broer.
Hai un fratello, Pedro?
Heb je een broer, Pedro?
Io non ho alcun fratello.
Ik heb geen broer.
È il fratello di Taro.
Hij is Taro's broer.
Mio fratello abita a Tokyo.
Mijn broer woont in Tokio.
È il mio fratello maggiore.
Hij is mijn oudere broer.
Mio fratello è un idiota.
Mijn broer is een idioot.
Tuo fratello è molto arrabbiato.
Uw broer is erg kwaad.
Suo fratello va a scuola in autobus.
Zijn broer gaat met de bus naar school.
A mio fratello piacciono i film dell'orrore.
Mijn broer vindt horrorfilms leuk.
Ho un fratello e due sorelle.
Ik heb één broer en twee zussen.