Vertaling van grosso
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
grosso, spesso {bn.}
dik
lijvig
lijvig
colossale, gigantesco, grosso {bn.}
reusachtig
gigantisch
kolossaal
gigantisch
kolossaal
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
Il vecchio catturò un grosso pesce.
De oude heeft een grote vis gevangen.
Secondo il giornale c'è stato un grosso incendio ieri sera.
Volgens de krant was er gisteren een grote brand.