Vertaling van impiego

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
impiego, uso {zn.}
gebruik [o]
genot 
Questo è il dizionario che uso ogni giorno.
Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.
funzione [v], impiego {zn.}
baan  [v]
functie
plaats  [v]
werkkring [m]
betrekking  [v]
ambt  [o]
Sto cercando un impiego.
Ik zoek een baan.
impiegare, usare {ww.}
gebruiken 
benutten 
aanwenden 

io impiego

ik gebruik
» meer vervoegingen van gebruiken

Posso usare questa matita?
Mag ik dit potlood gebruiken?
Posso usare questa bicicletta?
Mag ik deze fiets gebruiken?
impiegare {ww.}
te baat nemen
waarnemen 
benutten 

io impiego

ik neem waar
» meer vervoegingen van waarnemen



Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Sto cercando un impiego.

Ik zoek een baan.

Non sapevo che avesse deciso di lasciare il suo impiego.

Ik wist niet dat hij beslist had zijn werk op te geven.


Gerelateerd aan impiego

uso - funzione - impiegare - usare