Vertaling van legno

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
legno {zn.}
hout [o]
Il legno brucia.
Hout brandt.
La scrivania è fatta di legno.
De bureau is gemaakt uit hout.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Il legno brucia.

Hout brandt.

Io fabbricai una scrivania di legno.

Ik maakte een bureau van hout.

La scrivania è fatta di legno.

De bureau is gemaakt uit hout.