Vertaling van malattia

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
malattia {zn.}
ziekte  [v]
kwaal [v]
aandoening  [v]
Lei soffre di una malattia contagiosa.
Ze lijdt aan een besmettelijke ziekte.
Il mio bambino ha una malattia ereditaria.
Mijn baby heeft een erfelijke ziekte.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Lei soffre di una malattia contagiosa.

Ze lijdt aan een besmettelijke ziekte.

Il mio bambino ha una malattia ereditaria.

Mijn baby heeft een erfelijke ziekte.