Vertaling van marito

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
marito, sposo {zn.}
echtgenoot  [m]
man  [m]
gemaal
Odiava suo marito.
Ze haatte haar echtgenoot.
Ridammi mio marito!
Geef me mijn man terug!


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Ridammi mio marito!

Geef me mijn man terug!

Odiava suo marito.

Ze haatte haar echtgenoot.

Lei disprezzava il marito.

Ze had haar echtgenoot niet graag.

Siamo marito e moglie.

We zijn een echtpaar.

Amerà suo marito per sempre.

Zij zal voor altijd van haar echtgenoot houden.

Lui sarà un bravo marito.

Hij zal een goede echtgenoot zijn.

Suo marito è a casa?

Is je man thuis?

Lui sarà un bravo marito.

Hij zal een goede echtgenoot zijn.

Questo è mio marito

Dit is mijn man


Gerelateerd aan marito

sposo