Vertaling van medico

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
medico {bn.}
geneeskundig
medisch 
dottore, medico {zn.}
dokter [m]
arts  [m]
medicus [m]
geneesheer [m]
Grazie, dottore.
Dank u wel, dokter.
Sembrava un dottore?
Leek hij op een dokter?


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Sto andando dal medico.

Ik ga naar de dokter.

Cos'ha detto il medico?

Wat heeft de dokter gezegd?

Mia moglie è medico.

Mijn vrouw is arts.

Mio padre è medico.

Mijn vader is dokter.

Lui non è un medico.

Hij is geen dokter.

Il medico esaminò i pazienti.

De dokter onderzocht de patiënten.

Lui non è un medico.

Hij is geen dokter.

Non so se lui sia un medico.

Ik weet niet of hij een dokter is.


Gerelateerd aan medico

dottore