Vertaling van morto

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
morto {bn.}
afgestorven
dood 
overleden
ter ziele
morire {ww.}
uitsterven
wegsterven
afsterven

io sono morto
tu sei morto
lui/lei/Lei è morto

ik ben weggestorven
jij bent weggestorven
hij/zij/het is weggestorven
» meer vervoegingen van wegsterven

morire {ww.}
sterven
versmachten
verscheiden
overlijden 
doodgaan

io sono morto
tu sei morto
lui/lei/Lei è morto

ik heb gestorven
jij hebt gestorven
hij/zij/het heeft gestorven
» meer vervoegingen van sterven

Tutti gli uomini devono morire.
Alle mensen moeten sterven.
Voglio morire assieme a Getter Jaani.
Ik wil met Getter Jaani sterven.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Il cane è morto.

De hond is dood.

Non è morto invano.

Hij is niet voor niets omgekomen.

È morto all'età di settant'anni.

Hij is gestorven op de leeftijd van zeventig jaar.

Il vecchio è morto la settimana scorsa.

De oude man is vorige week overleden.

Suo fratello è morto il mese scorso.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

Taro è morto due anni fa.

Taro is twee jaar geleden gestorven.

Il serpente è vivo o morto?

Is die slang dood of levend?

Lui è morto tre anni fa.

Hij is drie jaar geleden overleden.

L'eroe è morto alla fine del libro.

De hoofdpersoon stierf aan het eind van het boek.

È morto pochi giorni prima del suo centesimo compleanno.

Hij stierf enkele dagen voor zijn honderdste verjaardag.

Mio fratello è morto di cancro l'anno scorso.

Mijn broer is vorig jaar gestorven aan kanker.

Il mio gatto è morto da due giorni.

Mijn kat is al twee dagen dood.

Si dice che suo padre sia morto in un paese straniero.

Men zegt dat zijn vader overleden is in een vreemd land.


Gerelateerd aan morto

morire