Vertaling van neve

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
neve {zn.}
sneeuw  [v]
La neve si è sciolta.
De sneeuw is gesmolten.
Sembra neve, vero?
Het lijkt op sneeuw, is het niet?


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Sembra neve, vero?

Het lijkt op sneeuw, is het niet?

La neve si è sciolta.

De sneeuw is gesmolten.

L'anno scorso c'è stata molta neve.

Er was veel sneeuw vorig jaar.

La pioggia si trasformò in neve.

De regen veranderde in sneeuw.

Chi ha fatto il pupazzo di neve?

Wie heeft de sneeuwpop gemaakt?

Il mattino dopo, il pupazzo di neve s'era completamente sciolto.

De volgende morgen was de sneeuwman volledig gesmolten.

La cima del Monte Fuji era coperta di neve.

De top van de Fuji was bedekt met sneeuw.

Mio nonno ha i capelli bianchi come la neve.

Mijn grootvader heeft sneeuwwit haar.

La sua pelle è bianca come la neve.

Haar huid is wit, zo wit als sneeuw.

Un foglio è molto bianco, ma la neve è ancora più bianca.

Het papier is heel wit, maar de sneeuw is witter.