Vertaling van nonno

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
nonno {zn.}
opa  [m]
grootvader  [m]
bestevaar
Dove vive tuo nonno?
Waar woont je opa?
Nonno parla molto lentamente.
Opa spreekt heel traag.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Dove vive tuo nonno?

Waar woont je opa?

Nonno parla molto lentamente.

Opa spreekt heel traag.

Mio nonno era un contadino.

Mijn opa was boer.

Mio nonno si alza presto.

Mijn grootvader staat vroeg op.

La foto di mio nonno appesa al muro.

Het portret van mijn grootvader hangt aan de muur.

Mio nonno ha i capelli bianchi come la neve.

Mijn grootvader heeft sneeuwwit haar.