Vertaling van papà

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
papà, babbo {zn.}
papa 
vaartje
pappa
pa [m]
pappie [m]
Dove stai andando, papà?
Papa, waar ga je heen?
Il papà mi ha comprato una macchina fotografica.
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Dove stai andando, papà?

Papa, waar ga je heen?

Il papà mi ha comprato una macchina fotografica.

Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.

Mio papà in questo momento non è in casa.

Mijn vader is niet thuis op het moment.


Gerelateerd aan papà

babbo