Vertaling van pesca
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
pesca {zn.}
visvangst
vangst
vangst
pescare {ww.}
vissen
lui/lei/Lei pesca
hij/zij/het vist
» meer vervoegingen van vissen
Gli piace pescare.
Hij houdt van vissen.
Lei ama pescare.
Zij houdt erg van vissen.