Vertaling van prova
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
lui/lei/Lei prova
hij/zij/het maakt waar
» meer vervoegingen van waarmaken
lui/lei/Lei prova
hij/zij/het probeert uit
» meer vervoegingen van uitproberen
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
Prova un'altra volta.
Probeer het nog eens.
Ho una prova palpabile.
Ik heb een duidelijk bewijs.
Questo fatto prova la sua innocenza.
Dit feit bewijst haar onschuld.