Vertaling van quasi
Voorbeelden in zinsverband
Siamo quasi una famiglia.
We zijn haast een gezin.
Sono quasi pronta.
Ik ben bijna klaar.
Sono quasi le sei.
Het is bijna zes uur.
Io nuoto quasi ogni giorno.
Ik zwem bijna elke dag.
La cena è quasi pronta.
Het avondeten is bijna klaar.
Quasi tutto è stato migliorato.
Bijna alles is verbeterd.
La donna è quasi sorda.
De vrouw is bijna doof.
La cena è quasi pronta.
Het avondeten is bijna klaar.
Sono quasi stata investita da una macchina.
Ik werd bijna overreden door een auto.
Quasi tutti i cani sono vivi.
Bijna alle honden zijn levend.
Io faccio un bagno quasi ogni giorno.
Ik neem bijna elke dag een bad.
Il cielo è limpido quasi ogni giorno.
Bijna elke dag is de hemel helderblauw.
È stato quasi messo sotto da una macchina.
Hij was bijna door een auto aangereden.
Io e lui abbiamo quasi la stessa altezza.
Hij en ik zijn bijna even groot.
Questa povera gatta è quasi morta di fame.
Deze arme kat is bijna gestorven van de honger.