Vertaling van quattro

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
quattro {telw.}
vier 


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Richiamerò alle quattro.

Ik bel om 4 uur terug.

Mia madre ha quattro fratelli.

Mijn moeder heeft vier broers.

Sua madre morì quattro anni più tardi.

Zijn moeder stierf vier jaar later.

Devo finire il lavoro per le quattro.

Ik moet het werk af hebben tegen vier uur.

Abitualmente ritorno a casa alle quattro.

Ik ga gewoonlijk om vier uur naar huis.

Non niente di meno che quattro fratelli.

Ik heb niet minder dan vier broers.

Uno, due, tre, quattro, cinque, sei, sette, otto, nove, dieci.

Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.