Vertaling van qui
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
Lavoro qui.
Ik werk hier.
Venite qui!
Kom hier!
Abito qui dal 1990.
Ik woon hier sinds 1990.
L'ospedale è qui vicino.
Het ziekenhuis is hier dichtbij.
Qualcuno qui parla inglese?
Spreekt hier iemand Engels?
Sono qui, volete chiacchierare?
Ik ben er, wil je praten?
Lui è ancora qui?
Is hij nog steeds hier?
Voi venite qui spesso?
Kom je hier vaak?
Non abita più qui.
Hij woont hier niet meer.
Loro sono già qui.
Ze zijn er al.
Perché è qui?
Waarom is hij hier?
Resta qui con noi.
Blijf hier bij ons.
Sono arrivato qui ieri.
Ik kwam hier gisteren aan.
Ho molti amici qui.
Ik heb hier een heleboel vrienden.
Mio padre lavora qui.
Hier werkt mijn vader.