Vertaling van soldi
Voorbeelden in zinsverband
Lei ha molti soldi.
Zij heeft veel geld.
Lui spende troppi soldi.
Hij heeft een gat in zijn hand.
L'ha fatto per soldi.
Hij deed het voor geld.
Ma non ho soldi.
Maar ik heb geen geld.
Abbiamo bisogno dei soldi.
We hebben het geld nodig.
Ha molti soldi.
Hij heeft veel geld.
Lui quanti soldi ha?
Hoeveel geld heeft hij?
Ha bisogno di soldi.
Hij heeft geld nodig.
Hai molti soldi con te?
Heb je veel geld bij je?
I soldi non danno la felicità.
Geld maakt niet gelukkig.
So che i soldi non sono tutto.
Ik weet dat geld niet alles is.
Potete darmi un po' di soldi?
Kan jij mij wat geld geven?
Non ho soldi, ma ho sogni.
Ik heb geen geld, maar ik heb dromen.
I soldi non crescono sugli alberi, sapete.
Het geld groeit me niet op de rug, weet je.
Non ha i soldi per acquistare un'auto nuova.
Ze heeft geen geld voor een nieuwe auto.