Vertaling van sorella
Voorbeelden in zinsverband
Ho una sorella.
Ik heb één zus.
Sua sorella sembra giovane.
Haar zus ziet er jong uit.
Mia sorella è carina.
Mijn zus is mooi.
Mia sorella è famosa.
Mijn zuster is beroemd.
Sua sorella sembra giovane.
Zijn zus ziet er jong uit.
Lei è mia sorella.
Ze is mijn zus.
Può distinguerla da sua sorella?
Kunt ge haar onderscheiden van haar zus?
Mia sorella è molto intelligente.
Mijn zus is heel intelligent.
Io ho due fratelli e una sorella.
Ik heb twee broers en één zus.
Ieri mia sorella è andata a Kobe.
Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.
A mia sorella piacciono i dolci.
Mijn zus houdt van snoep.
Io ho due fratelli ed una sorella.
Ik heb twee broers en één zus.
Mia sorella ha un bel pianoforte.
Mijn zus heeft een leuke piano.
Sono andata allo zoo con mia sorella.
Ik ging naar de dierentuin met mijn zuster.
Mary è la sorella di Tom.
Mary is de zus van Tom.