Vertaling van sorriso

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
sorriso {zn.}
glimlach 
Ci accolse con un sorriso.
Zij verwelkomde ons met een glimlach.
sorridere {ww.}
glimlachen 

io ho sorriso
tu hai sorriso
lui/lei/Lei ha sorriso

ik heb geglimlacht
jij hebt geglimlacht
hij/zij/het heeft geglimlacht
» meer vervoegingen van glimlachen



Gerelateerd aan sorriso

sorridere