Vertaling van tedesco

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
tedesco {zn.}
Duitser  [m]
tedesco {bn.}
Duits 


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Io studierò il tedesco.

Ik ga Duits studeren.

Non capisco il tedesco.

Ik versta geen Duits.

Voglio studiare il tedesco.

Ik wil Duits studeren.

Quando avete iniziato a imparare il tedesco?

Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren?

Il tedesco non è una lingua facile.

Duits is geen makkelijke taal.

Ho imparato il francese invece del tedesco.

Ik heb Frans geleerd in plaats van Duits.

Non scriva mai le parole "bortsch" e "shchi" in tedesco!

Schrijf nooit woorden "borsjtsj" en "sjtsji" in het Duits!

La vita è troppo breve per imparare il tedesco.

Het leven is te kort om Duits te leren.

La mia parola preferita in tedesco è la parola per "guanto".

Mijn favoriet woord in het Duits is het woord voor 'handschoen'.