Vertaling van tutto

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
tutto {onb. vnw.}
allemaal 
alles
tutto {zn.}
totaal
geheel  [o]
completo, intero, totale, tutto {bn.}
compleet 
gans 
heel 
geheel 
vol 
volkomen
volslagen
ogni, ognuno, tutto {onb. vnw.}
elk
ieder
iedereen
al
elkeen
iegelijk


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

È tutto.

Dat is alles.

Mangi tutto.

Eet alles.

È davvero tutto finito?

Is het allemaal echt voorbij?

Nessuno può sapere tutto.

Niemand kan alles weten.

Va tutto bene.

Alles is prima.

Ho detto tutto.

Ik heb alles gezegd.

Noi beviamo tutto.

Wij drinken alles.

Grazie, è tutto.

Bedankt, dat is alles.

Io so tutto.

Ik weet alles.

Tutto andrà bene.

Alles komt in orde.

Distruggete sempre tutto.

Je vernielt altijd alles.

Tutto venne ridotto in cenere.

Alles is in de as gelegd.

Tutto era migliore in passato.

Vroeger was alles beter.

Non posso pensare a tutto.

Ik kan niet aan alles denken.

Quasi tutto è stato migliorato.

Bijna alles is verbeterd.


Gerelateerd aan tutto

completo - intero - totale - ogni - ognuno