Vertaling van venire
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
Vuole venire?
Wil je meekomen?
Riuscite a venire?
Kan je komen?
Non dovete venire domani.
Jullie moeten niet komen morgen.
Vorreste venire alla mia festa?
Wil je naar mijn feestje komen?
Riuscite a venire domenica sera?
Kunt ge zondagavond komen?
Potrebbe essere in grado di venire domani.
Misschien kan hij morgen komen.
Nick non deve venire nel mio ufficio.
Nick moet niet naar mijn bureau komen.
È un peccato che tu non possa venire.
Het is een zonde dat je niet kan komen.
Vorrei venire con voi, ma sono senza soldi.
Ik zou graag met je mee willen gaan, maar ik ben platzak.
Non è potuto venire perché è stato malato.
Hij kon niet komen, omdat hij ziek was.