Vertaling van vero
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
È vero?
Is het waar?
Può ballare, vero?
Je kan dansen, nietwaar?
Siete tedesche, vero?
Jullie zijn Duitsers, toch?
Penso che sia vero.
Ik denk dat het waar is.
Pensavo che fosse vero.
Ik dacht dat het waar was.
Sai che è vero.
Je weet dat het waar is.
È sfortunatamente vero.
Helaas is het waar.
Non può essere vero.
Dat kan niet waar zijn.
Non è vero.
Dat is niet waar.
Sembra neve, vero?
Het lijkt op sneeuw, is het niet?
Non può essere vero.
Dat kan niet waar zijn.
Ti piace la pioggia, vero?
Je houdt van regen, nietwaar?
Lei era in ritardo, vero?
Ge waart laat zeker?
Fa molto caldo oggi, vero?
Het is vandaag erg warm, toch?
Tu non giochi a golf, vero?
Je speelt geen golf, of wel?