Vertaling van vino

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
vino {zn.}
wijn  [m]
Non bevo molto vino.
Ik drink niet veel wijn.
Gli italiani bevono sempre vino.
Italianen drinken altijd wijn.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Non bevo molto vino.

Ik drink niet veel wijn.

Gli italiani bevono sempre vino.

Italianen drinken altijd wijn.

Hanno rubato la mia bottiglia di vino!

Ze stalen mijn fles wijn!

Hanno bevuto due bottiglie di vino.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

Ha riempito il bicchiere con del vino.

Hij vulde het glas met wijn.

Mi dia una bottiglia di vino.

Geef me een fles wijn.