Vertaling van zio
Voorbeelden in zinsverband
Mio zio ha tre figli.
Mijn oom heeft drie kinderen.
Tuo zio è ancora all'estero?
Is jullie oom nog steeds in het buitenland?
Mi ha domandato dove viveva mio zio.
Hij vroeg me waar mijn oom woonde.
Mio zio ha una casa in Italia.
Mijn oom heeft een huis in Italië.
Mio zio abita vicino alla scuola.
Mijn oom woont in de buurt van de school.
Mio zio mi ha dato un libro.
Mijn oom heeft mij een boek gegeven.
Tom abita con suo zio adesso.
Tom woont nu bij zijn oom.
Mio zio mi comprò questo libro.
Mijn oom heeft dit boek voor mij gekocht.
Hanno diagnosticato a mio zio la leucemia.
Mijn oom is gediagnosticeerd met leukemia.
Ho uno zio che abita a Kyoto.
Ik heb een oom die in Kyoto woont.
Mio zio mi ha dato una macchina fotografica.
Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven
La macchina di mio zio è più veloce della mia.
De auto van mijn oom is sneller dan de mijne.
Per arrivare dalla stazione a casa di mio zio ci ho messo più o meno cinque minuti.
Het kostte ons ongeveer vijf minuten om van het station naar het huis van mijn oom te komen.