Vertaling van circulus

Inhoud:

Latijn
Nederlands
circulus, orbis {zn.}
kring  [m]
gezelschap [o]
circulus, trochus {zn.}
hoepel 
anulus, circulus {zn.}
ring [m]
wal  [m]
beugel [m]


Gerelateerd aan circulus

orbis - trochus - anulus