Vertaling van hora

Inhoud:

Latijn
Nederlands
hora {zn.}
uur  [o]
Hora est
Het uur is er", "Het is tijd
Hora fugit
Het uur vlucht, de tijd vliegt


Voorbeelden in zinsverband

Latijn
Nederlands

Hora finita

De tijd is verstreken

Hora est

Het uur is er", "Het is tijd

Hora fugit

Het uur vlucht, de tijd vliegt

Mors certa, hora incerta

De dood is vast, het uur is onvast.

Hora ruit, tempus fluit

Het uur smelt heen, de tijd vloeit weg

Nescitis quo hora dominum veniet

Jullie weten niet op welk uur de heerser zal komen