Vertaling van aanwenden

Inhoud:

Nederlands
Deens
aanwenden, benutten, gebruiken {ww.}
bruge
tilbringe
benytte
aanwenden, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen {ww.}
anvende


Gerelateerd aan aanwenden

benutten - gebruiken - doorvoeren - in toepassing brengen - toepassen