Vertaling van drinken
Inhoud:
Nederlands
Deens
drinken, gebruiken {ww.}
drikke
We kunnen geen melk drinken.
Vi kan ikke drikke mælk.
Ik wil iets kouds drinken.
Jeg vil drikke noget koldt.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
We kunnen geen melk drinken.
Vi kan ikke drikke mælk.
Ik wil iets kouds drinken.
Jeg vil drikke noget koldt.
Wil je iets te drinken?
Kunne du tænke dig noget at drikke?
Ik was gewend om bier te drinken.
Jeg plejede at drikke øl.