Vertaling van <kruisen
Inhoud:
Nederlands
Duits
kruisen, kruisigen {ww.}
kreuzigen
wij kruisen
jullie kruisen
zij kruisen
wir kreuzigen
ihr kreuzigt
sie kreuzigen
» meer vervoegingen van kreuzigen
kruisen, {ww.}
kreuzen
wij kruisen
jullie kruisen
zij kruisen
wir kreuzen
ihr kreuzt
sie kreuzen
» meer vervoegingen van kreuzen