Vertaling van Schrift

Inhoud:

Nederlands

Duits

schrift [o], handschrift {zn.}

Handschrift [v] (die ~)

Wiens handschrift is dit?

Wessen Handschrift ist das hier?

Mijn moeder heeft een mooi handschrift.

Meine Mutter hat eine gute Handschrift.

testament [o] (het ~), Schrift [m] (de ~), bijbel [m] (de ~), Bijbel [m] {zn.}

Bibel

Wie heeft de bijbel geschreven?

Wer hat die Bibel geschrieben?

Volgens de bijbel schiep God de wereld in zes dagen.

Laut der Bibel erschuf Gott die Welt in sechs Tagen.

oefenboek [o], schrift [o], katern {zn.}

Heft [o] (das ~)