Vertaling van aan de hand zijn
Inhoud:
Nederlands
Duits
aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, voorkomen, voorvallen, vóórkomen {ww.}
passieren
geschehen
vorkommen
stattfinden
sich ereignen
geschehen
vorkommen
stattfinden
sich ereignen
Zoiets kan in Japan niet gebeuren.
So etwas kann in Japan nicht passieren.
Dat zal niet gebeuren.
Das wird nicht geschehen.