Vertaling van aan wal komen

Inhoud:

Nederlands
Duits
aan land gaan, aan wal komen, landen {ww.}
landen
anlegen
das Ufer betreten
das Ufer erreichen
ans Ufer kommen
stranden
doorkomen, doormaken, doortrekken {ww.}
ablegen
zurücklegen

wij komen door
jullie komen door
zij komen door

wir legen ab
ihr legt ab
sie legen ab
» meer vervoegingen van ablegen

aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
berühren
tangieren
anrühren
rühren

wij komen aan
jullie komen aan
zij komen aan

wir berühren
ihr berührt
sie berühren
» meer vervoegingen van berühren

Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.
Ich kann mit Leichtigkeit meine Zehen berühren.
aankomen, arriveren {ww.}
ankommen
herzukommen
zukommen
gelangen
eintreffen

wij komen aan
jullie komen aan
zij komen aan

wir kommen an
ihr kommt an
sie kommen an
» meer vervoegingen van ankommen

De brief zal morgen aankomen.
Der Brief wird morgen ankommen.
binnenkomen, inkomen {ww.}
hineinkommen
hereinkommen

wij komen binnen
jullie komen binnen
zij komen binnen

wir kommen hinein
ihr kommt hinein
sie kommen hinein
» meer vervoegingen van hineinkommen

bijeenkomen, samenkomen, vergaderen {ww.}
zusammenkommen
zusammentreffen
sich versammeln
sich treffen

wij komen bijeen
jullie komen bijeen
zij komen bijeen

wir kommen zusammen
ihr kommt zusammen
sie kommen zusammen
» meer vervoegingen van zusammenkommen

Laten we hier een keer per week vergaderen.
Lasst uns hier einmal wöchentlich zusammenkommen.
doorkomen, klaarspelen, slagen, slagen voor {ww.}
gelingen
Erfolg haben
bestehen

wij komen door
jullie komen door
zij komen door

wir bestehen
ihr besteht
sie bestehen
» meer vervoegingen van bestehen

Hij wilde slagen.
Er wollte Erfolg haben.
Ik denk dat hij zal slagen.
Ich denke, dass es ihm gelingen wird.