Vertaling van aanbesteden
Inhoud:
Nederlands
Duits
aanbesteden {ww.}
zusprechen
zuschlagen
zuerkennen
zuschlagen
zuerkennen
ik zal aanbesteden
jij zult aanbesteden
hij/zij/het zal aanbesteden
ich werde zusprechen
du wirst zusprechen
er/sie/es wird zusprechen
» meer vervoegingen van zusprechen
uitbesteden, aanbesteden {ww.}
in Auftrag geben
ausschreiben
ausschreiben
ik zal aanbesteden
jij zult aanbesteden
hij/zij/het zal aanbesteden
ich werde ausschreiben
du wirst ausschreiben
er/sie/es wird ausschreiben
» meer vervoegingen van ausschreiben