Vertaling van aanbieden

Inhoud:

Nederlands
Duits
bieden, aanbieden, uitloven, voordragen, voorslaan, voorstellen {ww.}
proponieren
vorschlagen
beantragen

ik zal aanbieden
jij zult aanbieden
hij/zij/het zal aanbieden

ich werde proponieren
du wirst proponieren
er/sie/es wird proponieren
» meer vervoegingen van proponieren

indienen, presenteren, vertonen, voorstellen, aanbieden, spelen {ww.}
vorstellen
anbieten
präsentieren
darstellen
bieten
aufführen

ik zal aanbieden
jij zult aanbieden
hij/zij/het zal aanbieden

ich werde vorstellen
du wirst vorstellen
er/sie/es wird vorstellen
» meer vervoegingen van vorstellen

Mag ik mij voorstellen?
Darf ich mich vorstellen?
Je had je moeten voorstellen.
Sie hätten sich vorstellen sollen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.

Ich muss mich bei Ann entschuldigen.

Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?

Darf ich dir ein weiteres Stück Kuchen anbieten?


Gerelateerd aan aanbieden

bieden - uitloven - voordragen - voorslaan - voorstellen - indienen - presenteren - vertonen - spelen