Vertaling van aanbranden
Nederlands
Duits
aanbranden {ww.}
anbrennen
ik zal aanbranden
jij zult aanbranden
hij/zij/het zal aanbranden
ich werde anbrennen
du wirst anbrennen
er/sie/es wird anbrennen
» meer vervoegingen van anbrennen
ik zal aanbranden
jij zult aanbranden
hij/zij/het zal aanbranden
ich werde anbrennen
du wirst anbrennen
er/sie/es wird anbrennen
» meer vervoegingen van anbrennen