Vertaling van aandoen
zufügen
verursachen
veranlassen
bewirken
antun
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
ich werde bereiten
du wirst bereiten
er/sie/es wird bereiten
» meer vervoegingen van bereiten
anlegen
auflegen
antun
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
ich werde anziehen
du wirst anziehen
er/sie/es wird anziehen
» meer vervoegingen van anziehen
angreifen
affizieren
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
ich werde erregen
du wirst erregen
er/sie/es wird erregen
» meer vervoegingen van erregen
angreifen
affizieren
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
ich werde erregen
du wirst erregen
er/sie/es wird erregen
» meer vervoegingen van erregen
angreifen
affizieren
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
ich werde erregen
du wirst erregen
er/sie/es wird erregen
» meer vervoegingen van erregen
angreifen
affizieren
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
ich werde erregen
du wirst erregen
er/sie/es wird erregen
» meer vervoegingen van erregen