Vertaling van aaneen

Inhoud:

Nederlands
Duits
aaneen, aaneen-, co-, samen, samen- {zn.}
aneinander-
aaneen, bijeen, ineen, samen, tezamen {bw.}
aneinander
beisammen
gesamt
insgesamt
zusammen
aaneen, achtereen, onophoudelijk {bw.}
ohne Halt
ohne Aufenthalt
unaufhaltsam
ununterbrochen
aaneen, aan één stuk door, in één ruk, ononderbroken {bw.}
hinter einander