Vertaling van aaneenvoegen
Inhoud:
Nederlands
Duits
aaneenvoegen, bijeenbrengen, samenbrengen, verenigen {ww.}
vereinigen
gesellen
fügen
gesellen
fügen
ik zal aaneenvoegen
jij zult aaneenvoegen
hij/zij/het zal aaneenvoegen
ich werde vereinigen
du wirst vereinigen
er/sie/es wird vereinigen
» meer vervoegingen van vereinigen
Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.
Er versuchte, die verschiedenen Gruppen zu vereinigen.