Vertaling van aangrijpen
erschüttern
rühren
bewegen
ik zal aangrijpen
jij zult aangrijpen
hij/zij/het zal aangrijpen
ich werde ergreifen
du wirst ergreifen
er/sie/es wird ergreifen
» meer vervoegingen van ergreifen
den Kampf beginnen
zerfressen
zerstören
sich machen an
sich hermachen über
anfechten
in Angriff nehmen
attackieren
losgehen auf
überfallen
befallen
ausfallen
angreifen
anfallen
ik zal aangrijpen
jij zult aangrijpen
hij/zij/het zal aangrijpen
ich werde schädigen
du wirst schädigen
er/sie/es wird schädigen
» meer vervoegingen van schädigen
angreifen
affizieren
ik zal aangrijpen
jij zult aangrijpen
hij/zij/het zal aangrijpen
ich werde erregen
du wirst erregen
er/sie/es wird erregen
» meer vervoegingen van erregen
angreifen
affizieren
ik zal aangrijpen
jij zult aangrijpen
hij/zij/het zal aangrijpen
ich werde erregen
du wirst erregen
er/sie/es wird erregen
» meer vervoegingen van erregen
ergreifen
greifen
ik zal aangrijpen
jij zult aangrijpen
hij/zij/het zal aangrijpen
ich werde angreifen
du wirst angreifen
er/sie/es wird angreifen
» meer vervoegingen van angreifen
angreifen
affizieren
ik zal aangrijpen
jij zult aangrijpen
hij/zij/het zal aangrijpen
ich werde erregen
du wirst erregen
er/sie/es wird erregen
» meer vervoegingen van erregen
angreifen
affizieren
ik zal aangrijpen
jij zult aangrijpen
hij/zij/het zal aangrijpen
ich werde erregen
du wirst erregen
er/sie/es wird erregen
» meer vervoegingen van erregen