Vertaling van aankomen
Inhoud:
Nederlands
Duits
aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
berühren
tangieren
anrühren
rühren
tangieren
anrühren
rühren
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
ich werde berühren
du wirst berühren
er/sie/es wird berühren
» meer vervoegingen van berühren
Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.
Ich kann mit Leichtigkeit meine Zehen berühren.
aankomen, arriveren {ww.}
ankommen
herzukommen
zukommen
gelangen
eintreffen
herzukommen
zukommen
gelangen
eintreffen
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
ich werde ankommen
du wirst ankommen
er/sie/es wird ankommen
» meer vervoegingen van ankommen
De brief zal morgen aankomen.
Der Brief wird morgen ankommen.