Vertaling van aankoop

Inhoud:

Nederlands
Duits
aankoop [m], koop, inkoop {zn.}
Kaufen [o] (das ~)
Ankaufen
Einkaufen [o] (das ~)
Voor Dan heb ik een stropdas gekocht, voor Elena koop ik een sjaal.
Ich kaufte Dan eine Krawatte und werde Elena einen Schal kaufen.
aanschaf [m], aankoop [m], afname [v], inkoop, koop, overname {zn.}
Kauf [m] (der ~)
Einkauf [m] (der ~)
Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.
Sie sparen ihr Geld für den Kauf eines Hauses.
Met het pak aan liep Dima het pashokje uit en verklaarde dat hij de aanschaf wilde doen.
Dima behielt den Anzug an, verließ den Umkleideraum und erklärte, dass er den Kauf tätigen wolle.


Gerelateerd aan aankoop

koop - inkoop - aanschaf - afname - overname