Vertaling van aanpoten
Inhoud:
Nederlands
Duits
aanpoten, sloven, zwoegen {ww.}
sich placken
placken
placken
ik zal aanpoten
jij zult aanpoten
hij/zij/het zal aanpoten
ich werde placken
du wirst placken
er/sie/es wird placken
» meer vervoegingen van placken