Vertaling van aanreiken

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanreiken, overhandigen, ter hand stellen {ww.}
überreichen
zustellen
einhändigen

ik zal aanreiken
jij zult aanreiken
hij/zij/het zal aanreiken

ich werde zustellen
du wirst zustellen
er/sie/es wird zustellen
» meer vervoegingen van zustellen

aangeven, aanreiken, doorbrengen, verdrijven {ww.}
zubringen
herreichen
verbringen
überreichen

ik zal aanreiken
jij zult aanreiken
hij/zij/het zal aanreiken

ich werde zubringen
du wirst zubringen
er/sie/es wird zubringen
» meer vervoegingen van zubringen

aangeven, aanreiken, afdragen, overbrengen, overgeven, toereiken {ww.}
übergeben
überreichen
überliefern
herreichen
einhändigen
aushändigen
angeben

ik zal aanreiken
jij zult aanreiken
hij/zij/het zal aanreiken

ich werde einhändigen
du wirst einhändigen
er/sie/es wird einhändigen
» meer vervoegingen van einhändigen