Vertaling van aantrekken
Inhoud:
Nederlands
Duits
aanhalen, trekken, aantrekken {ww.}
anziehen
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
ich werde anziehen
du wirst anziehen
er/sie/es wird anziehen
» meer vervoegingen van anziehen
Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
Gravitation ist die Naturkraft, mit der sich Gegenstände gegenseitig anziehen.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Was soll ich anziehen — eine Hose oder einen Rock?
aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen {ww.}
anziehen
anlegen
auflegen
antun
anlegen
auflegen
antun
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
ich werde anziehen
du wirst anziehen
er/sie/es wird anziehen
» meer vervoegingen van anziehen
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Was soll ich anziehen — eine Hose oder einen Rock?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
Gravitation ist die Naturkraft, mit der sich Gegenstände gegenseitig anziehen.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Was soll ich anziehen — eine Hose oder einen Rock?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Was soll ich anziehen — eine Hose oder einen Rock?