Vertaling van aanvallen

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanvallen {ww.}
überfallen
herfallen über
angreifen

ik zal aanvallen
jij zult aanvallen
hij/zij/het zal aanvallen

ich werde angreifen
du wirst angreifen
er/sie/es wird angreifen
» meer vervoegingen van angreifen

aangrijpen, aantasten, aanvallen, tackelen, attaqueren {ww.}
schädigen
den Kampf beginnen
zerfressen
zerstören
sich machen an
sich hermachen über
anfechten
in Angriff nehmen
attackieren
losgehen auf
überfallen
befallen
ausfallen
angreifen
anfallen

ik zal aanvallen
jij zult aanvallen
hij/zij/het zal aanvallen

ich werde schädigen
du wirst schädigen
er/sie/es wird schädigen
» meer vervoegingen van schädigen

aanval (mv. aanvallen) [m], offensief [o], vlaag [v], attaque {zn.}
Angriff [m] (der ~)
Offensive [v] (die ~)
Anfall [m] (der ~)
Aanval is de beste verdediging.
Angriff ist die beste Verteidigung.
aanmaning [v], aanval (mv. aanvallen) [m] {zn.}
Anfall [m] (der ~)
Anwandlung [v] (die ~)


Gerelateerd aan aanvallen

aangrijpen - aantasten - tackelen - attaqueren - aanval - offensief - vlaag - attaque - aanmaning