Vertaling van aanvechten
Inhoud:
Nederlands
Duits
aanvechten, bestrijden, betwisten, tegenspreken {ww.}
entgegentreten
ik zal aanvechten
jij zult aanvechten
hij/zij/het zal aanvechten
ich werde entgegentreten
du wirst entgegentreten
er/sie/es wird entgegentreten
» meer vervoegingen van entgegentreten