Vertaling van aanwending

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanwending [v], toepassing [v] {zn.}
Anwenden
Anwendung [v] (die ~)
aanwending [v], gebruik [o] {zn.}
Gebrauch [m] (der ~)
Benutzung [v] (die ~)
Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.
Jeder sollte von seinem Wahlrecht Gebrauch machen.


Gerelateerd aan aanwending

toepassing - gebruik