Vertaling van aanzien

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanzien [o], schijn [m] {zn.}
Ansehen [o] (das ~)
Schein [m] (der ~)
Aussehen [o] (das ~)
Augenschein [m] (der ~)
Anschein [m] (der ~)
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.
Nicht schon wieder! Schau, wie die zwei sich küssen. Die sind wirklich scharf aufeinander. Ich kann es nicht mehr mit ansehen.
aanzien, dulden, toelaten, tolereren, velen, verdragen, pikken {ww.}
dulden

ik zal aanzien
jij zult aanzien
hij/zij/het zal aanzien

ich werde dulden
du wirst dulden
er/sie/es wird dulden
» meer vervoegingen van dulden

aanblik [m], aanzien [o], air [o], verschijning [v], schijn, uiterlijk, voorkomen, vóórkomen {zn.}
Erscheinung [v] (die ~)
Aussehen [o] (das ~)
Aspekt [m] (der ~)
Anblick [m] (der ~)


Gerelateerd aan aanzien

schijn - dulden - toelaten - tolereren - velen - verdragen - pikken - aanblik - air - verschijning - uiterlijk - voorkomen - vóórkomen